Vrede en Veiligheid

Er woedt een oorlog in Europa. Onze krijgsmacht – net als die van andere Europese landen – verkeert in een slechte staat door jarenlange verwaarlozing en bezuiniging. Maar vrede en veiligheid zijn niet vanzelfsprekend. Het militair beschermen van ons eigen grondgebied tegen agressie is bij uitstek de taak van soevereine staten in een bondgenootschap. Aan de industriële capaciteit voor Defensie kan de Europese Unie wel sterk bijdragen, net als aan het versterken van de buitengrenzen en het ontwikkelen van een stabiele ring rond Europa.

Defensie

  • We steunen Oekraïne in zijn strijd tegen de brute schending van zijn soevereiniteit door Rusland. De Russische agressie vormt een bedreiging voor vrijheid en veiligheid van heel Europa. Rusland onder Poetin stopt niet na twee oorlogen in Tsjetsjenië, een oorlog tegen Georgië en nog steeds bezetting van een deel van Georgië, de inname van de Krim, de oorlog in de Donbas en daarna de invasie van Oekraïne. Het handelen van Poetin kan leiden tot nog grootschaliger bloedvergieten en enorme vluchtelingenstromen.
  • We zijn tegen een Europees leger. De NAVO heeft ook geen eigen leger, maar bestaat uit militairen die beschikbaar worden gesteld door de landen van het bondgenootschap. Dat heeft gezorgd voor 75 jaar vrijheid en veiligheid van Nederland en Europa. Het lidmaatschap van de NAVO is de hoeksteen van ons veiligheidsbeleid.
  • De Europese landen zullen binnen dit bondgenootschap wel meer eigen en gezamenlijke verantwoordelijkheid moeten nemen. We verplichten ons aan de norm om minimaal 2% van het bbp te besteden aan Defensie en investeren in slagkracht, gereedheid, uitrusting en oefeningen. Ongeacht wie er in het Witte Huis zit, moet Europa de eigen defensie zo goed op orde hebben, dat het zelf de vrede en veiligheid van burgers kan beschermen.
  • Van het coronaherstelfonds van Europa zijn tot nu toe nog miljarden over. Nieuw Sociaal Contract wil dat het overgebleven subsidiegeld van dit fonds vooral naar de hoogste prioriteit van de EU gaat: vrede en veiligheid. Er moet meer geld voor het Europees Defensie Fonds (EDF) worden vrijgemaakt. Dat betekent herstel van de Europese defensie-industrie, gezamenlijke aankoop van defensiemiddelen en productiecapaciteit. Ondernemingen die munitie en raketten vervaardigen, moeten gemakkelijker toegang krijgen tot zowel publieke als particuliere financiering, zodat ze sneller kunnen investeren in meer productiecapaciteit. Dat kan in de vorm van subsidies die de capaciteit voor de productie van grond- en artilleriemunitie en raketten ondersteunen. Ook het Nederlandse bedrijfsleven profiteert hiervan. De Europese Investeringsbank kan dit op gang brengen.
  • Nederland moet streven naar een leidende positie in het Militair Maritieme domein op Europees niveau.De ongeëvenaarde expertise en ervaring die we bezitten, moeten we maximaal benutten, niet alleen voor ons eigen voordeel, maar voor heel Europa.
  • Door standaardisatie en samen te werken kunnen Europese landen defensiemiddelen delen, zoals militaire uitrusting, inlichtingen en gezamenlijke trainingsprogramma’s. Dit kan leiden tot een efficiënter gebruik van middelen en kan kosten besparen voor individuele landen.
  • We bieden actief militaire, economische, humanitaire en financiële steun aan Oekraïne in oorlog en voor wederopbouw. We blijven samen optrekken met andere EU-landen in het opleggen en uitvoeren van sancties tegen Rusland.

Misdaadbestrijding en mensenrechten

  • De georganiseerde misdaad en grensoverschrijdende criminaliteit in Europa moeten veel beter worden bestreden door intensievere samenwerking. De EU moet barrières wegnemen waarmee politie en veiligheidsdiensten gegevens met elkaar kunnen delen. Dit kan door goede gemeenschappelijke regels hiervoor op te stellen. Ook moet praktische samenwerking, bijvoorbeeld in de grensregio’s, worden gestimuleerd. Op het gebied van veiligheid moeten ook het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen nauw betrokken worden, gezien de gemeenschappelijke uitdagingen op onder andere het tegengaan van terrorisme en het beveiligen van kritieke infrastructuur.
  • De misdaden van de Russische agressor moeten worden bestraft. Daarom zijn we voorstander van een tribunaal in Den Haag. Aanvangsdatum van onderzoek daarbij zou de Russische annexatie van de Krim in 2014 moeten zijn, zodat ook het neerhalen van vlucht MH17 onder de rechtsmacht van het tribunaal valt.
  • Waar mogelijk dragen we bij aan het bevorderen van de mensenrechten, onder meer via de Raad van Europa. Zoals in het huidige Rusland en in andere landen kan worden geconstateerd, kunnen mensenrechten niet als een ‘gegeven’ worden beschouwd. Instellingen zoals de Raad van Europa zijn nodig om fundamentele mensenrechten te kunnen waarborgen.
  • We maken het mandaat van de Europese speciaal gezant voor godsdienstvrijheid permanent.
  • Oekraïne heeft daarnaast de status van kandidaat-lid van de EU. We moeten eerlijk zijn over het perspectief om lid te worden van de EU: dit proces zal – gelet op de strenge criteria die gelden voor toetreding – op zijn minst vele jaren vergen. Datzelfde geldt ook voor Moldavië, Georgië en landen van de westelijke Balkan.

Downloads